Als kind vond ik het fijn om de abacus te gebruiken bij lastige sommen. Nu gebruiken de jongens hem soms bij het rekenen.
Wij gebruiken een schoolabacus met vijf beugels. Elke beugel heeft 20 kralen, twee rijtjes van 10. Het rekenen met de abacus is eigenlijk net als rekenen met Decimal Street, of MAB blokjes. Elke beugel staat voor een bepaalde waarde. Van rechts naar links een beugel voor de eenheden, tientallen, honderdtallen, duizendtallen en tienduizendtallen. Het getal hierboven op de foto is 53, drie kralen bij de eenheden en vijf bij de tientallen. Als je hier 5 vanaf moet halen zal je dus eerst 1 tiental moeten inwisselen voor 10 eenheden. Optelsommen gaan op dezelfde manier 47+28=.... De vier kralen van de tientallen krijgen er twee bij dat worden er dus zes. De zeven kralen van de eenheden krijgen er acht bij dan worden er dan 15 warvan er tien doorschuiven naar de tientallen. Het antwoord is vervolgens af te lezen.
Vooral dat inwisselen wordt op de abacus heel visueel gemaakt.
Ot gebruikt hem af en toe maar dan met een iets andere indeling; helemaal links de tientallen, dan de eenheden, dan een komma, de tienden, de honderdsten en de duizendsten. Als je dan 0,999+ 0,001= ..... zal je heel wat kralen moeten inwisselen maar zie je wel goed wat er precies gebeurt.
